Deze bijdrage sluit aan bij die van de ontkoppelrail. Omdat die vaak niet in ons gezichtsveld staat, is het nuttig om een indicatie te hebben wanneer de wagen met zijn koppeling correct op de ontkoppelplaats staat. Een zelfgemaakte lichtsluis leek de beste keuze.
We hebben, om de plaatsbepaling voldoende precies te kunnen doen, een universeel referentiepunt nodig aan het rollend materieel.
Wat er telkens aanwezig is, is de lege ruimte tussen de buffer en de koppeling: Die ruimte is bij alle rollend materieel nagenoeg gelijk qua vorm. Hier kan vertikaal licht tussendoor, en dat is meetbaar.
Om het licht dat tussen deze ruimte door komt correct te kunnen meten hebben we een lichtbron en een sensor nodig. In ons geval, wanneer we de opening tussen twee voertuigen willen detecteren, horen de lichtbron en de sensor in een quasi verticale lijn tegenover elkaar te liggen.
Om geen foute plaatsbepalingen te hebben mag de sensor geen andere lichtbron “zien”, en daarom moeten er ontstorende maatregelen genomen worden. Het eenvoudigst is om de sensor aan het einde van een buisje te plaatsen, waardoor zijn “gezichtveld” afgeschermd wordt. |
We beginnen met de bouw van de zender, of beter: de sturing voor de Leds in de lantaarnpaaltjes. Dit stukje elektronica is trouwens ook prima bruikbaar om de lichtsterkte van lampjes of leds op een modelspoorbaan instelbaar te maken. In wezen is het een pulsgenerator met een vaste frequentie en instelbare pulslengte, waarvan de uitgang versterkt wordt. Dit alles is opgebouwd met behulp van één enkel goedkoop IC en wat externe componenten. De generator bevindt zich links in het schema. De uitgang van de eerste inverter laadt via weerstanden en diodes een condensator op. Daardoor wordt de ingang van de inverter langzaam positief, waardoor de uitgang omklapt naar “0”. Daardoor wordt de condensator terug ontladen, de ingang van de inverter gaat naar nul en de uitgang wordt weer “één”. De rest van de inverters zorgen voor een versterking, zodat grotere stromen aan de uitgang kunnen onttrokken worden. Elke ontvanger zal hier via de ‘A’ uitgang immers een synchronisatiesignaal ontvangen. Helemaal rechts in het schema zorgt een stevige transistor voor de uitgangsversterking van de stroom voor de lantaarnpaaltjes. Deze kan piekstromen tot 6 ampère aan, en dat zijn héél wat lantaarntjes. |
©2008 Gerolf Peeters - aangepast op 04.06.2015 | Zie ook: bloksysteem - ontkoppelaar - lantaarns |