Beschrijving van het plan

In essentie bestaat de baan uit een dubbelsporige hoofdlijn, waarop treinen onafhankelijk in elke richting kunnen rijden. In de zichtbare stations kunnen de treinen elkaar inhalen of van richting wisselen, met wat rangeerwerk voor de stoomlocs. In het verborgen gedeelte zorgt een dubbelsporige keerdriehoek ervoor dat treinen op het tegenoverliggende spoor kunnen geraken. Drie schaduwstations, elk met vier sporen, sluiten aan op deze keerdriehoek. Op die manier kunnen er 10 treinen "geparkeerd" worden onder de baan.

De effectieve lengte van het hoofdspoor is ongeveer 50 meter in elke richting, en dit vooral door de drie klimspiralen. Dit hoofdspoor is opgesplitst in zowat 50 blokken (de opstelsporen in de zichtbare en schaduwstations meegeteld). Op die manier moet het mogelijk zijn om met een 30-tal treinen toch nog een vlot verkeer te hebben.

Het goederenstation 'Duvelle' sluit aan op een rangeerterrein met rangeerheuvel, en biedt tevens aansluiting voor plaatselijke industrie, een haventje en een mijntje. Het passagierstation 'Boulroie' heeft twee verdiepingen (10 sporen) en sluit aan op een middelklein locdepot.

Tenslotte rijdt er een trammetje dat het passagiersstation verbindt met de stad en de grote toeristische attractie: het indrukwekkende kasteel op de heuvel. In de stad zullen een kerk, een stadhuis, een kermis, maar vooral herkenbare gebouwen een plaatsje vinden.

Het landschap is glooiend, met links en rechts een helling en een centrale heuvelkam, die het geheel optisch in twee deelt. Dit centrale schiereiland verbergt een grote klimspiraal en de elektronische centrale van de baan, en biedt plaats aan het kasteel erbovenop. De beide "valleien" zijn de plaatsen waar bezoekers dichter bij de baan kunnen komen. Links heeft die het uitzicht van een kanaal, rechts wordt die door twee hoge bruggen gekruist: één voor de treinen, één voor het trammetje en wegverkeer.