Naar aanleiding van het 40 jarig bestaan van MTD en de feest-expo van eind oktober 2015, bedacht het bestuur een wel erg originele wedstrijd voor de clubleden. Toen ik de voorwaarden hoorde, moest ik niet lang nadenken. Ik besloot om mee te doen, en het bouwverslag vind je hier.
Toen deze wedstrijd op een clubavond begin juni ontstond moest ik niet lang nadenken om me in te schrijven. Ik zag meteen een aantal mogelijkheden, en een leuke combinatie van elementen. Die avond had ik een verlanglijstje met 6 elementen, die ik de volgende dagen in een ontwerp/schets verwerkte. Het resultaat van dat eerste denkwerk zie je hiernaast Ik wou vooral dat er beweging in het diorama kwam, en de eerste wens was een rondrijdend modelbaantje in de vitrine van een modelspoorwinkel. De schaal van de winkel zou 1/87 zijn, en die van het baantje op zich ook weer 1/87, dus dat wordt zo een treintje op schaal 1/7569 - héél klein dus ... Op de eerste verdieping zou een ondeugende scène komen, ook bewegend. Ik heb dergelijke scènes al eerder gemaakt, en dit wordt een nieuwe variant op dit populaire thema. Ik wou het geheel graag een eigen omgevingsverlichting geven, en zo kwam het idee om een grote buis in vorm te snijden, en bovenaan de verlichting te plaatsen. Die fries moest ook gesteund worden, en dan heb je toch wat materiaal nodig. Zo heb ik meteen een achtergrond voor het diorama, en onderaan wat ruimte om aandrijvingen en elektro te plaatsen. |
||
Maar een achtergrond betekent ook dat er geen zicht is op de binnenkant van de huizen, en dat bijvoorbeeld de rijdende modelbaan enkel door de vitrine te zien zou zijn. Zo ontstond het idee om heel het diorama langzaam rond te laten draaien, zodat de kijker het toch van alle kanten kan bekijken. Dat betekent natuurlijk dat er mechanisch heel wat moet gebeuren, maar ook dat er sleepcontacten nodig zijn voor de elektrische verbindingen van en naar het draaiende deel. Zo moeten er ook keuzes gemaakt worden welke besturingen op het ronddraaiende, en welke op het vaste gedeelte moeten komen De treinenwinkel zou een soort van replica worden van een ooit echt bestaand winkeltje in "de put" in Berchem - waar ik mijn eerste model-locomotief kocht. 180 Bfr opgespaard zakgeld voor een klein Lima-tje... Hiermee werd ook het tijdperk van het diorama bepaalt: Begin de jaren '70 van vorige eeuw. Met die winkel en het demo-baantje in de vitrine had ik al wel wat spoorse thema's, maar een tramlijntje in de straat geeft nog dat extra. Typische tram-bovenleiding, aan de huizen opgehangen, zou het beeld vervolledigen. Een hele tram kon er niet op, want dan zie je de winkel niet meer. Maar de (doorgesneden) kop van een oude tram zou er wel op kunnen ... Dat doorsnijden is trouwens een constante: Als het geheel rond draait, zal de kijker ook een zicht hebben op muren, vloeren, ... in de huisjes. Geen bewegende, maar wel interessante details om toe te voegen. |
Naarmate dit ontwerp werd getekend, ontstonden er verschillende bedenkingen en nevenpistes. Een bevriende modelbouwer vond bijvoorbeeld dat de ruitenwissers van het trammetje moesten bewegen ... en misschien probeer ik dat nog wel voor mekaar te krijgen. Maar ik wist bijvoorbeeld ook dat de mechaniek onder de baan invloed zou hebben op de plaatsing van bewegende delen er boven. Tandwielen nemen immers plaats in, en de gewenste snelheden bepalen ook de gebruikte tandwielen. Nogal wat bouwsels zouden trial-and-error en inspiratie-van-het-moment worden, waardoor een erg gedetailleerd ontwerp weinig zin had. Het aangrenzende gebouw had zo bij het tekenen nog geen bestemming, maar tijdens de eerste bouwdagen besloot ik om er een garagedeur te zetten. Op de tekening zie je ook een zadeldak op de huizen, maar dat zou door de gebogen achterwand een vreemd effect hebben.
DE RUWBOUW - De schil en het draaiende plateau
Het was in eerste instantie lastig om een buis met een buitendiameter van 100mm te vinden. Dit is immers geen standaardmaat voor afvoerbuizen, en ik zocht er eentje met een zo dun mogelijke wand. Een dikke wand is dan wel steviger, maar de ruimte binnen wordt dan ook kleiner. Uiteindelijk vond ik in de bouwmarkt een afvoerbuis voor een toilet, met precies de gewenste afmetingen. Wat zaag- en snijwerk later had ik een goede basisvorm. Uit 2mm dikke styreenplaat werd een passende cirkel gesneden voor een deksel bovenaan, en een iets kleinere voor het draaiplateau
Om later op een goede manier de elektrische verbindingen te kunnen maken moest het midden vrij blijven, en kon het geheel niet via een centrale as worden aangedreven. Er moeten immers meerdere verbindingen zijn tussen het draaiende en het vaste deel, en dat kan niet anders dan met een soort van sleepcontacten.
Daarom werden wat kunststof tandheugels uit de voorraad verlaagd met de frees, in vorm gebogen en rondom in de binnenkant van de buis gelijmd. Hier rust de draaiende "vloer" op, en vier wieltjes houden de schijf precies in het midden van de buis. Een van deze grove tandwielen wordt aangedreven met een klein motortje en wat extra vertragende fijnere tandwielen, zodat het diorama in ongeveer anderhalve minuut een volledige ronde maakt. Dat motortje zal ook instaan voor andere - snellere - bewegingen.
De eerste versie van de tandwielen voor het draaiende plateau bleek niet goed te zijn. De grote tandwielring is gemaakt van gebogen tandheugels, en door het naar binen buigen gaan de tanden natuurlijk iets dichter bij elkaar staan. Neem daarbij dat ze ook niet echt zorgvuldig gekleefd waren, met het resultaat dat er op enkele plaatsen tandwielen gingen knarsen. Na een tijdje was het duidelijk dat die tandenring moest vervangen worden. Opnieuw enkele stukken tandheugel, maar deze keer met een hulpstukje veel dichter bij de tanden geschuurd, gekleefd op wat strips styreeen tot alles precies pastte. Bij het slopen van de oude ring werd helaas een draadje voor de verbinding met de fries geraakt, maar na die herstelling en de plaatsing van de nieuwe tanden draaide het plateau véél beter.
filmpje ... |
De verschillende bewegingen (baantje, garage, slaapkamer, tram, bureau) vereisten verschillende "soorten" mechaniek: gewoon draaien voor het baantje, excentrisch voor de tram en de slaapkamer, en via een bowden-kabel voor de garage en bureau. Dat maakt dat het ondergrondse tandwiel-verdiep behoorlijk vol geraakte. Uiteraard moest daar ook nog plaats zijn om de vele elektrische draden door te laten ...
Op de ontwerptekening loopt de gevel precies over het midden van het diorama. Vrij snel bij de bouw besloot ik om deze lijn wat meer naar achter te plaatsen, om iets meer oppervlak aan de straat te geven. Zo ligt het tramspoor wat meer naar achter, en kan het stukje tram wat meer volume hebben.
Door verschillende lagen styreen op de basiscirkel te kleven, kreeg het vloeroppervlak meer volume. Dat was deels nodig voor de stevigheid, maar ook om de bovenkant van de tramsporen gelijk te laten liggen met de straatstenen. De tramsporen zijn gemaakt uit oude Bemo H0m-rails en zelf vertinde messing hoekprofielen, de straatstenen zijn resin afgietsels die ik nog in voorraad had.
De stoep en stoeprand werd uit ingekraste Evergreen profielen gemaakt. Het linkse stoepgedeelte loopt wat naar beneden af, zoals het hoort bij de uitrit van een garage. Met verschillende verftechnieken (microschilderen, drybrushing, washes, ...) kreeg de stoep en straat een overtuigend kleurenpalet.
ELEKTRICITEIT - maar vooral elektronica
Om alles te doen bewegen is er natuurlijk een stroomvoorziening nodig. In eerste instantie wou ik dat met oplaadbare batterijen doen, maar daar was net te weinig plaats voor in de sokkel. Een netstroomadapter en spanningsregelaars was dus het enige alternatief. Op een printplaatje werden die voorzien, samen met enkele microcontrollers voor de aansturing van verlichting, het motortje, en nog dingen die ik op het moment van de bouw nog niet had bedacht.
Dit printplaatje draait mee rond, en daarom waren er sleepkontakten nodig. 4 draden zijn voldoende, een een 4-polige mini-jack zorgt voor een betrouwbare elektrische verbinding, die mee kan ronddraaien.
De centrale stuurprint bevat - behalve spanningsregelaars - twee microcontrollers en wat versterkers. Die versterkers zorgen voor genoeg power om bijvoorbeeld het motortje aan te sturen. De ene controller is een "Master", die centraal alles beheert en een overkoepelend scenario laat lopen. Hij stuurt zelf de motor en wat lichtbronnen aan, geeft signalen aan de fries dat het dag of nacht moet worden, en geeft data aan een andere µC, die (veel) kleine lichtbronnen bestuurt.
Goede connectoren bleken geen luxe - vooral omdat tijdens het bouwen en testen de zaak herhaaldelijk moest los- en terug vastgekoppeld worden. De eerste keuze bleek niet betrouwbaar genoeg, en zodoende werden die vervangen door betere.
Er moest ook stroom naar het dak gaan, en liefst op een niet-zichtbare manier. Daarom maakte ik een sleuf in de achterwand, waar 4 emaildraden van 0,20 mm² in gelijmd werden. Met enkele connectors had ik zo een betrouwbare en onzichtbare verbinding.
In het dak kwam er een dubbelzijdige print voor de RGB-W verlichting: 18 smd-RGB-Leds en evenveel 5mm-warmwitte - dat moet ruim voldoende licht geven. Die leds worden aangestuurd met een aparte micrcontroller, zodat er dag-nacht-overgangen mogelijk zijn. Deze controller krijgt een signaal van de centrale print onderaan, zodat de aansturing van de lampjes op het diorama simultaan kan lopen met het dagverloop.
Het was in het begin niet voorzien, maar uiteindelijk is er nog een vierde microcontroller bij gekomen. Ik had lang getwijfeld wat er op de hoogste verdieping van het rechtse gebouw zou komen, en uiteindelijk gekozen voor een feestje, met disco-verlichting. Een klein printplaatje, dat in het dak van de woning verborgen werd, zorgt voor een 5 x 5 matrix met verschillende lichtpatronen in verschillende kleuren. Klik op de rechtse foto voor een eerste demo-filmpje, waar de leds volop flikkeren.
GEVELS - Zowel vervallen als goed onderhouden ...
De gebouwen zijn deels geïnspireerd op bestaande huizen, deels fantasie en aangepast door de beperkingen die ontstonden door de plaats van de ondergrondse aandrijving. Zo herkende mijn vrouw meteen "het huis van de moemoe" - mijn ouderlijk huis - ook al stond de tweede verdieping (met "Frans" dak) er nog niet op...
De gevels zijn opgebouwd uit meerdere lagen styreen, met strips van Evergreen en baksteenplaat van Slaters. De ramen kwamen uit de rommeldoos, en werden dubbelzijdig gemaakt: Aan de binnenkant zullen ze immers ook te zien zijn ...
Deze reeks foto's zijn eigenlijk illustraties van elders beschreven zaken, maar je kan zo de gevels wel beter in detail bekijken ...
Op de fotoreeks zie je de voorzijde groeien - de bouw en het verven gebeurde op een vrij klassieke manier, hoewel ik ook enkele voor mij nieuwe technieken gebruikte: versleten stucwerk werd met model-plamuur nagebootst, keldergaten werden uit nieuwzilver geëtst, ...
Het laatste stuk dak/gevel was een "Frans" dak - een mansarde. Om techinsche redenen - die alles te maken hadden met de inrichting van de ruimte - moest ik dit in twee stukken opbouwen, en duurde het dus best wel even voor het écht klaar was. Als contrast tussen de twee panden zie je rechts het goed onderhouden dak en links het aftandse, overwoekerde, ....
Het dakvilt werd met stroken schilderstape nagebootst, waarbij het kleinere dak een beschadigde onderbouw heeft. Zo vertoond de bekleding ook putten, en hebben de beschadigde wanden in de kamers er onder meteen een oorzaak. Er groeits zelfs vergetatie op het dak, en een kat heeft een duif in de gaten. Het rechtse dak is beter beschermd tegen de weersinvloeden door een laag kiezel op het dakvilt. Dit is fijne ballast van woodland scenics, dat enkele washes kreeg.
DE WINKEL - Met een baantje in de etalage ...
De binneninrichting van het modelbouw-winkeltje was leuk om te doen. Nadat het demo-baantje er stond was het een kwestie van gevulde winkelrekken, reclame, wat publiek, ... en uiteindelijk de verlichting. Dat werden buislampen, volgens een nieuwe bouwmethode ...
Er kwam uiteraard reclame in voor de bekende modelbouwmerken uit die tijd. Met zelf afgedrukte decals was dat niet al te moeilijk. Winkelrekken werden zelf gemaakt met styreenstrips van Evergreen, de doosjes in de rekken ook. Op het tafeltje links vind je catalogi en een bekend modelspoortijdschrift.
HET BAANTJE - Beweging in de etalage
Eén van de blikvangers van het diorama is een rondreidend treintje in de etalage van de modelspoorwinkel. Het was ook het eerste bewegende onderdeel dat ik volledig uit moest werken, want eens de gevels er staan is het quasi onmogelijk om er nog iets aan te veranderen.
Ik wou er eerst een ovaaltje van maken, maar een plastic bandje betrouwbaar rond twee wieltjes laten draaien bleek niet mogelijk. Door te kiezen voor een simpel rondje werd de constructie veel gemakkelijker, en de illusie van meer treintjes zou ik dan niet-bewegend maken. Het baantje kon zo ook wat verlaagd worden, meteen beter zichtbaar door de etalageruit.
Het eerste probleem was de "berg" mooi krijgen. Voor de beweging is die noodzakelijk, omdat hij de middencirkel op zijn plaats houdt. De "tunnel" klein genoeg maken, maar toch een voldoende vrije doorgang behouden betekende verschillende sessies opvul, schuur- en plamuurwerk. Eens die vorm OK was, heb ik het baantje zelf nog wat verlaagd, zodat het beter zichtbaar is door het raam van de modelbouwwinkel.
Klaar! (filmpje)Een zelf gemaakte decal zorgde voor het "grondplan", waarop ik na het plaatsen met een fijn penseeltje de wegen en het "groen" bijwerkte. Het treintje kreeg opvallende kleuren, zodat de beweging beter zichtbaar werd. Uit enkele kleine stukjes styreen maakte ik de huisjes en treinen in het station, eerder monotoon zodat het beter past bij een baantje volgens de normen van begin de jaren '70 van de vorige eeuw. Verder leek het me wel leuk om (werkende) lantaarntjes te maken. Dit lukte heel behoorlijk met een afgeslepen led en fijne lichtgeleiders, die ik nog massaal in voorraad had. Wat struiken en boompjes werken het geheel af, zodat dit deel als eerste blikvanger definitief op het diorama kon
LAMPEN - Straatverlichting, aansturing, ...
Die huisjes-binnenverlichting loopt wat speciaal - ik gebruik er een ontwerp voor dat ik eerder voor een goeie vriend maakte: Een matrix-aanstruring, waarbij elke lamp zijn eigen karakteristiek krijgt: Maximum lichtsterkte, maar ook "soort" licht (keuze uit gloeilamp, kaars, gaslamp, TL) - elke lichtbron heeft immers een eigen manier van aan- en uitgaan (knipperen, nagloeien, ...), en je kan ook een bvb een oude (kapotte) TL kiezen. Via verschillende scenario's kan je bovendien een reeks lampen na elkaar laten aangaan...
Rechts zie je een eenvoudige methode om smd-ledjes in serie te zetten: solderen op een strookje printplaat, dat je eerst met een snijschijfje op breedte slijpt. Met datzelfde schijfje zorg je voor isolatie, waar je de led overheen plaatst. Als je printplaatmateriaal met een epoxyplaat van 0,5 mm dik gebruikt, blijft het geheel bijzonder compact, maar toch voldoende sterk om het verder te verwerken.
De straatlantaarn was behoorlijk arbeidsintensief - vooral het afdraaien van de lampekap. Om voldoende lichtopbrengst te hebben soldeerde ik 2 stuks 0402-smd aan elkaar (0402 gaat over honderdsten van een duim, en omgerekend zijn die ledjes 1 mm lang en een halve mm breed ...
De buis naar de lamp is 1 mm dik messing met een wanddikte van 0,1 mm (assortiment Albion Alloys, uit de militaire modelbouw), en de houders werden geplooid uit dunne messingplaat. Het geheel ging na het monteren in een vertinningsvloeistof, wat een heel mooie "patin" gaf aan de lamp.
Een ander "specialleke" qua verlichting was een verlicht uithangbord. De leds werden aan elkaar gesoldeerd op printplaatmateriaal (zoals hierboven verteld) Die ledjes schijnen zijdelings in een doorzichtig styreenplaatje en doen het zo redelijk homogeen oplichten. Op dunne (witte) styreenfolie werd dan een decal met het Fleischmann-logo gekleefd, het geheel werd met styreen in vorm gekaderd en met zwarte verf werd het ongewenst licht afgedicht.
SLAAPKAMER - Met een ondeugende scène ...
Boven de winkel bevindt zich de slaapkamer van de eigenaar. Die kamer is - zelfs naar de normen voor de jaren '70 van vorige eeuw - behoorlijk ouderwets ingericht: bloemetjesbehang, tapijt, spijlenbed, ... De winkelier staat niet in zijn zaak, maar is intens kennis aan 't maken met een andere nieuwe aanwinst...
Die bewegende scène is (omwille van jeugdige oogjes) discreet uitgevoerd, maar het is voor "grote mensen" toch wel duidelijk wat er aan de hand is.
Het behang en tapijt vond ik op het internet en werd op schaal afgedrukt op zelfklevend papier. De lampjes op de nachtkastjes zijn gemaakt met superkleine 0402-smd-ledjes, hun draadjes door een dun messingbuisje en wat kleine rijgklraaltjes als lampekap en -voet. De spijlen van het bed zijn gemaakt van geëtst nieuwzilver, de rest van styreen, milliput..
Het was de bedoellng dat er beweging was in de scène, zonder dat deze te explicuiet was. Alles bedekken, maar dan toch maar heel het bed doen bewegen leek en werd een leuke oplossing. De kamer toont de gevolgen van de gehaaste ontmoeting, en van de vorige...
filmpje ...
ZOLDER - Opgroeiende tiener ...
Ik heb lang getwijfeld wat nu het beste pastte op de zolder binnen het verhaal van het toch wel merkwaardige pand. Opslagruimte? Fetischen?
... en er toch maar voor gekozen om er een onschulddig (lijkend) tienerfeestje van te maken
filmpjeBehang en vloer zijn vrij typisch voor de seventies, de disco-installatie ook. De aandachtige kijker herkent misschien de voice of theatre luidsprekers, een populaire bouwvorm in die tijd. Posters aan de muur (er hangen er intussen nog enkele meer) zijn ook typisch voor die periode. De blikvanger in deze ruimte is natuurlijk de verlichting: Er kan omgeschakeld worden tussen "gewone" kamerverlichting en 25 gekleurde leds in een matrix-opstelling. Die kunnen verschillende patronen en sequenties tonen, dankzij een microcontroller die op een klein printplaatje tussen het plafond en het dak geplaatst is. Eén sequentie is alvast te zien op het filmpje, maar er komen er nog heel wat meer...
GARAGE - Met een erg boze mechanieker ...
Bij de buren van de modelspoorwinkel gaan de zaken slecht. De eigenaar van de garage verdrinkt in de onbetaalde rekeningen, de deurwaarder is op komst, het hele pand is zwaar verkommerd, en de enige overgebleven werknemer is allesbehalve tevreden ...
Het rolluik was het eerste stuk van de binneninrichting dat ik bouwde. Omdat het doorgesneden wordt door de rand van het baantje, kan je dus ook de houten balk zien waar de lamellen aan vast hangen. Alles werd gebouwd met styreenstrips van Evergreen, en daarna in een ouderwets kleurtje gezet. Alleen al aan de muur en vloer van de garage zie je dat het pand in jaren geen onderhoud heeft gehad.
... en tenslotte een actiefilmpje van deze ruimte
De mechanieker zorgt voor beweging in de garage, en demonstreert zijn ongenoegen door de oude motor van de baas op een brutale manier te slopen. Een Preiser-figuurtje en een brommer uit de voorraad werden zwaar aangepakt. De motor werd op verschillende plaatsen verbogen, het mannetje kreeg een scharnier in de schouders. Een zelf gemaakte bowden-kabel, onderaan bij de tandwielen, zorgt voor de op- en neergaande beweging.
De garage zelf kreeg wat stopkontakten tegen de muur, een rek met wisselstukken en vooral veel rommel op de grond. Alles - ook de boze mechanieker zelf - is besmeurd door rondvliegende en weglopende olie. Een klein hanglampje zorgt voor verlichting onder het betonnen plafond.
BUREAU - Garage-baas bijna failliet ...
De scène in het bureeltje boven de garage is allerminst prettig voor de baas. Hij is bedolven onder de papieren (vooral openstaande rekeningen en vermaningen) en krijgt nu ook nog een schuleiser over de vloer, vergezeld van een onguur type dat eventuele argumenten kracht zal bijzetten. Het is voor de arme man allemaal teveel, en hij bonkt uit frustratie zijn hoofd tegen de muur.
De beweging loopt simultaan met de scène in de garage, wat wil zeggen dat die heel soepel diende te lopen om de fijne veerdraad niet onder druk te zetten. De rug van de baas hoorde daarom zeer soepel te buigen, en een poging met krimpkous als "buik" zag er prima uit, maar was niet flexibel genoeg. Daarom werd een tweede poging met textiel (geweven nylon) ondernomen, maar dat spul was zeer moeilijk aan te brengen, en het pluisde bovendien enorm. Gevolg: zeer soepele beweging, maar de man zijn rug zag eruit alsof hij door een pikdorser was gegrepen. Daarom een derde poging, terug met krimpkous, maar dan alleen op de rug van de man. Zijn buik is immers door de opstelling van de kast en de mannetjesputter toch niet zichtbaar ...
DE TRAM - Een klein stukje ...
Het laatste "grote" stuk dat gebouwd werd was meteen ook het lastigste: de kop van een trammetje. Ik beschikte over een eerder vaag plan en een aantal foto's - ook van andere tramtypes. UIteindelijk werd het een free-lance model van een tweeassig trammetje, dat eigenschappen heeft van een type "standaard" en een type "Braine l'Alleud".
Omdat dit kopdeel niet te groot mocht zijn (de gebouwen erachter moesten goed in het zicht blijven) vallen de wielen "buiten beeld". Dat betekent dat het kopje "zweeft" boven de straat...
Er moesten dus wat nauwelijks zichtbare steuntjes komen om de tram te dragen. Gelukkig heeft de tram een baanruimer, die zeer dicht bij de straat hangt. Die kon prima dienen om net iets langere buisjes te verbergen: De buisjes zijn de steunen voor de baanruimer, er gingen genoeg fijne emaildraadjes doorheen, én ze zijn stevig genoeg om het trammetje te dragen. De rechtse foto toont een testopstelling van de bodemplaat.
De bouwvolgorde voor dit projectje is enorm belangrijk: Wanneer plaats je iets vast op het baantje, wanneer gaat welke bedrading naar waar, ... Rekening houdend met droogtijden van de lijmen en verven werd er zo tussendoor al de koplamp gemaakt. Die is erg klein (2,5 mm buitendiameter) en biedt plaats aan een 0402 warmwitte led. De bodem werd intussen verder aangekleed met de nodige attributen (stoot- en trekwerk, remhendels, treden, ...) en geverfd. Eens dat klaar was kon het onderstel op de straat geplaatst worden, met de elektrische verbindingen geheel of gedeeltelijk verbonden met de elektronica onderaan.
(filmpje)De volgende stap was een deel van de bovenbouw: Het deel onder de ramen en voor de deuren. Dat herbergt ook het bewegende onderdeel - de ruitenwisser - en zijn aandrijving. Omdat de binnenzijde van het trammetje ook volop zichtbaar zal zijn, worden de wanden met dunne plaatjes en strips styreen opgebouwd. Een tweede lantaarntje boven op de kop zal straks hte koersbord verlichten.
Tijdens de verdere opbouw moest er ook al wat geverfd worden, en werden er ook steeds meer vlekken op het "glas" gemaakt. Het retoucheren ervan verergerde de zaak alleen maar, en zo kwam ik op het punt om het glas te vervangen. Bij het uistnijden van de oude, vieze ruiten gebeurde echter het ergst mogelijke: Ik schoot door met een mesje, met fatale gevolgen. Heel de kap opnieuw bouwen was de enige optie, en ditmaal uiteraard met meer zorg voor de ruiten.
De nieuwe kap bouwen was een tijdrovend werkje, vooral door de uithardtijden van de styreenlijm. Omdat ik er voor koos om het "glas" pas een stuk later te plaatsen, na het volledig bouwen en verven van de sponningen, was heel de bouwvolgorde uiteraard nét een beetje anders. Enkel de ruitenwisser-mechaniek was recycleerbaar uit het "wrak", maar het was ook nog bruikbaar om afmetingen over te nemen.
Op de linkerfoto zie je het nieuwe kapje in wording, al voorzien van het ruitenwissertje. Een tussenstap verder was het plaatsen van nieuwe lampjes - de oude waren immers ook gesneuveld - en het wegwerken van hun bedrading. De volgende stap - na het verwijderen van bramen en lijmresten - werd het verven van de wanden, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant. Omdat het dak nog niet volledig gebouwd was, kon ik nu nog overal met een fijn penseeltje bij.
Eens de wanden volledig geverfd waren en de buitenkant een laagje glansvernis had gekregen, kon het glas er in. Dit moest op dat moment gebeuren - voor het dak werd gesloten. Het dak zelf werd in twee lagen gebouwd. Het wordt immers door de rand van het baantje "afgesneden", waardoor de dakconstructie zichtbaar is. Daarna werd de kap aan de buitenzijde afgewerkt: Op het dak het koersbord, reclame en wat andere spullen, en aan de wanden sierstrepen, handvaten en spiegels.
(filmpje)In de tram kwam de wattman met zijn besturingshendel, en toen kon de kap op de vloerplaaat. De drie draadjes van de kap werden verbonden met hun broertjes aan de vloerplaat, een reizigster op een zitbank camoufleert die verbindingen. Een elektrische en mechanische test, en enkele retouches later was het trammetje (eindelijk) klaar.
Je ziet het er misschien niet aan, maar het gaat om een elektrisch trammetje. Dat wil zeggen dat er een bovenleiding in de straat moet hangen. Door de "afgesneden" straat zijn er alleen maar aan twee bevestigingspunten aan de gevels mogelijk. Bovendien moeten de draden dun genoeg zijn, en zo werd het een constructie met fijn fosforbrons, verenstaal en wat kleine stukjes styreen. Omdat dit allemaal behoorlijk kwetsbaar is, werd dit het laatste "grote" onderdeel dat aan het microbaantje werd toegevoegd.
Resultaat : gewonnen !
Het vele werken (en af en toe sakkeren) was de moeite waard. Pakweg 4 maanden en een geschatte 400 uren hebben geloond. Ik heb de fragmentwedstrijd overtuigend gewonnen. Dank aan de bezoekers op de expo die gestemd hebben. Op de beelden hieronder zie je een constante: Bijna steeds was er wel iemand die het ding (letterlijk) onder de loep nam.
©2015 Gerolf Peeters - aangepast op 26.10.2015 Zie ook: stadhuis - minibaantje 2 - bomen