Een trilapparaat voor mallen
Dit onderwerp
werd -uitgebreider - in Modelspoormagazine nr 55 gepubliceerd.
Luchtbellen zijn vaak de oorzaak van een slecht afgietsel. Vooral bij dubbele of meervoudige mal-delen verergeren die problemen. Met dit trilapparaatje kunnen we het risico aanzienlijk verminderen.
Luchtbellen zijn moeilijk te vermijden. Bij het mengen van de componenten van je giethars wordt er allicht wat lucht doorgeroerd. Door beweging kunnen deze luchtbellen gemakkelijker naar de oppervlakte. Het geheel laten trillen is de beste manier om dit te doen.
Omdat ik wel eens met een dubbelzijdige mal werk, is een verticaal geplaatse klem noodzakelijk. Deze werd dan ook meteen in het toestel geïntegreerd.
De tekening toont het ontwerp voor het toestel. De afmetingen zijn niet kritisch. Ik heb me hiervoor laten leiden door de beschikbare afvalstukjes MDF.
Het geheel moet een soepele ophanging hebben, en daarvoor werd een veersysteem gebruikt, samengesteld uit rubbervoetjes en veertjes uit de afvaldoos.
Het vaste deel van de klem wordt haaks gelijmd en geschroefd. Let erop om geen schroeven te laten uitsteken aan de binnenzijde van de klem. Verzink hiervoor de schroefgaten.
Het beweegbare deel van de klem wordt gevormd door twee stevige metalen hoekprofielen. Hierin boren we recht tegenover elkaar twee gaten. In eén profiel voorzien we die gaten van M5-binnendraad. en worden er gaten geboord voor de bevestiging aan de grondplaat. In de bewegende klemplaat ruimen we de grote gaten, zodat een M5-bout er net in kan ronddraaien. In deze laatste plaat boren we ook gaatjes voor twee M3-boutjes.
De plaats van deze laatste gaatjes wordt gemerkt op het bewegende houten klemdeel. Boorde gaatjes door, en verzink ze aan één kant, zodat de boutkoppen niet uitsteken. We maken op deze manier een lage en een hoge houten klemplaat 25mm lange M3-boutjes, telkens voorzien van twee M3-moertjes zullen zorgen voor een stevige verbinding met het metalen klemdeel.
Door het geheel voorlopig uit lijnen, kan de plaats voor het vaste hoekprofiel bepaald worden. Teken de bevestigingsgaatjes af en boor twee gaatjes in de bodemplaat. De dubbele spaninrichting wordt telkens samengesteld uit een stukje M5 draadstang met passende moertjes en één vleugelmoer. Een ringetje zorgt voor het goed glijden tegenover het bewegende L-profiel.
Beide profielen worden op deze wijze via een dubbele spindel verbonden. om het bewegende deel te verzekeren wordt een boutje aan de buitenzijde vastgezet met een weinig secondenlijm de vaste klem kan nu in de vooraf geboorde gaten in de grondplaat bevestigd worden, een klemplaat kan met de M3-boutjes aan het bewegende L-profiel gefixeerd worden.
Het apparaat moet goed "vrij" kunnen trillen, dus is een soepele ophanging nodig. Die stelllen we samen uit een rubber dopje, een niet te stugge veer en wat klein bevestigingsmateriaal. Op die manier maken we op elke hoek een schokdemper.
Voor het trillen zelf gebruiken we een motortje uit de rommelkast. Uit een stuk kroonklem halen we het metalen deel. De gaten hierin zijn voorbereid, dus met een M3-boutje kan dit gefixeerd worden op de as. De motor laten draaien geeft je een idee over het excentrische van dit klemmetje. Enig experimenteren is nodig, want eigenlijk mishandelen we het motortje een beetje. Zorg dat het voldoende trilt, maar niet te warm wordt.
Deze "trillingsgenerator" wordt stevig aan de bodemplaat gefixeerd. Een kleine netstekkervoeding zorgt voor de stroomvoorziening. Denk aan de elektrische veiligheid en bevestig de stroomdraden goed. Ons trilapparaat is klaar voor gebruik. Een stukje karton, in een gootvorm geplooid, zorgt ervoor dat er geen hars tussen het klemmechinisme kan sijpelen.