Omdat ik speciale buffers nodig had, en deze in de handel niet meer verkrijgbaar zijn maar een vriend wél een setje ergens had teruggevonden, was kopiëren de enige mogelijkheid. Dit was een aanleiding om de techniek van het gieten met laag-smeltpunt metaal eens uit te proberen
Er bestaan verschillende legeringen met een laag smeltpunt. Het meest bekende is soldeer, een legering van lood en tin, meestal in een 60/40 verhouding. Dit heeft, net als tin zelf, een smeltpunt van zo’n 250 graden Celsius. Er bestaan nog andere legeringen met een nog lager smeltpunt, waarvan het erg giftige Woodsmetaal (67°C) misschien nog het meest bekend is in de goochelaarswereld.
Sinds enkele jaren mag lood, vanwege het gezondheidsrisico, niet meer gebruikt worden voor het solderen van waterleiding en in de industriële elektronica.
In plaats daarvan gebruikt men nu een andere legering voor waterleiding, die uit vrijwel zuiver tin bestaat. Dit materiaal hebben we niet getest, maar aan U om het eens uit te proberen. Vergeet niet me te melden wat je resultaten waren!
We moeten er voor zorgen dat het metaal goed kan vloeien doorheen de mal. Hoe vreemd dit ook mag klinken: talkpoeder is hier bijzonder geschikt voor. Het talkbusje “voor de kindjes” is bruikbaar. Strooi een weinig poeder op de beide malhelften en verdeel dit met een zacht kwastje. Voor het afgieten met metaal hebben we uiteraard het metaal zelf nodig. Legeringen van tin en lood zijn hiervoor goed geschikt. We kunnen gewoon soldeertin gebruiken: de oude soort (zelf gebruikten we een legering van 55% lood en 45% tin) of het nieuwere soort, dat uit vrijwel zuiver tin bestaat. |
Uiteraard hebben we ook een vuurvast potje, een lepel met een geïsoleerde steel en een warmtebron nodig. Die laatste kan een eenvoudig brandertje uit de kampeerbenodigdhedenwinkel zijn.
Het metaal – enkele stukken soldeertin – doen we in het potje en we laten de zaak langzaam opwarmen. Vrij snel gaat het metaal smelten, en verkrijgen we een hete vloeistof. Onnodig te zeggen dat hier de nodige voorzichtigheid geboden is (brandwonden!). |
Terwijl het metaal langzaam opwarmt en smelt, kunnen we de mal in een klem plaatsen. Om bij het gieten ervoor te zorgen dat het metaal goed in alle details vloeit is een trilapparaat een goed hulpmiddel. Span de mal niet te strak in! |
Vooral wanneer je wat ouder – dit wil zeggen meer aan de lucht blootgesteld - soldeertin gebruikt vormt zich een donkere, matte laag op het gesmolten metaal. Deze “roest” is niet bruikbaar als gietmateriaal en dien je daarom af te schrapen en deponeer je in een geschikt afvalbakje. Ons gezuiverde, gesmolten metaal is nu klaar om in de gietharsvorm gegoten te worden. We dompelen een soeplepel in het materiaal, laten deze mee opwarmen en scheppen hiermee een hoeveelheid gesmolten metaal uit. |
Om de verdere plaatsing van de buffertjes te illustreren – dit gaat wat verder dan het thema ‘metaalgieten’ heb ik een wagonnetje genomen dat zijn buffertjes na een valpartij was kwijtgeraakt. We verwijderen het volledige resterende buffergedeelte van de balk met een scherp mesje en wat fijn schuurpapier. Het plaatsen van de buffers met het messingplaatje aan de bufferbalk gebeurt het best in één keer. |
©2008 Gerolf Peeters - aangepast op 17.10.2009 | Zie ook: Solderen - Etsen - Mallen |